Van mini-invasieve chirurgie tot robotica of de kleine geschiedenis van een revolutie

1988: twee Franse chirurgen stellen in Parijs een film voor over cholecystectomie (verwijdering van de galblaas) zonder nagenoeg enig trauma na te laten. Versteldheid bij het merendeel van de universitaire diensten waar men al sinds mensenheugenis weet dat ingrijpende chirurgie zware sporen nalaat. Fenomenaal succes bij de Parijse vrouwenbladen, die hun voorpagina vullen met koppen in de zin van “littekenloze chirurgie”.

Vervolgens wordt de nieuwe techniek beetje bij beetje overgenomen door de pioniers die ter zake nauw samenwerken met de bedrijfswereld om aangepaste chirurgische omgevingen en instrumenten te ontwikkelen. Het begin van een fantastisch avontuur dat in iets minder dan 25 jaar wereldwijd wordt onderschreven. Wetenschappelijk onderzoek verstevigt ook de fundamenten van de techniek waarbij wordt aangetoond dat de mini-invasieve chirurgie het aantal eventraties, postoperatieve vergroeiingen en buikwandinfecties drastisch terugdringt. Daar het spierweefsel bij een dergelijke ingreep niet wordt beschadigd, is de terugval van het aantal postoperatieve pijnklachten vaak overweldigend. Sterker nog, de techniek waarbij systematisch gebruik wordt gemaakt van een kijkvergroting resulteert in een aanzienlijke daling van het bloedverlies en een veel meer precieze dissectie die tot slot ook de morbiditeit terugdringt.

Dat alles leidt ertoe dat de tijd die een patiënt in het ziekenhuis doorbrengt na een vrij zware chirurgische ingreep alsmaar korter wordt en de patiënt soms zelf kan worden behandeld in een dagziekenhuis. Deze chirurgische techniek vindt algauw algemene ingang en wordt zelfs toegepast buiten de natuurlijke holten van het lichaam waarbij de chirurg tijdens een operatie zijn eigen ruimte creëert. Het zet Amerikaanse chirurgen ertoe aan om – niet meer of niet minder – te spreken van de “Second French Revolution”!

Deze techniek bij een kijkoperatie is echter moeilijker omdat het zicht van de chirurg beperkt is tot twee dimensies (de chirurg kijkt op schermen) en zijn polsbewegingen eveneens worden belemmerd door de aanwezigheid van de trocarts. De ontwikkeling is echter niet meer te stuiten. Silicon Valley buigt zich over het probleem en ontwikkelt een chirurgische robot die een oplossing aanreikt voor de kwadratuur van – dan toch – deze cirkel. Er wordt gewerkt in een console die voor een virtuele derde dimensie zorgt (net als in de bioscoop!). De hele beweeglijkheid van de pols wordt verkregen dankzij een complex minimechanisme dat aan het eind van elk van de instrumenten wordt geplaatst. Op die manier kan men zelfs patiënten opereren van op grote afstand (zie bijvoorbeeld de Lindbergh operatie die werd uitgevoerd door Prof. Marescaux in New York op een patiënt in Straatsburg!). Zelfs instrumenten die elkaar kruisen vormen voor de robots niet langer een probleem wanneer de chirurg alles via een enkele opening (veelal de navel) wil uitvoeren. De elektronica zorgt er immers voor dat het instrument steeds in de goede hand wordt gelegd – of het nu van links dan wel van rechts komt.

De robotica en de volledig geïntegreerde operatiekamers openen tal van, vandaag nog ongekende, mogelijkheden. De universiteitsprofessoren hadden het destijds bij het verkeerde eind. Het ging helemaal niet alleen maar om wondheling. Een galblaas wegnemen en niet kunnen zien langs waar dat gebeurde, is en blijft verbluffend! Een ‘groot’ chirurg is nu wellicht een chirurg die de kleinste gaatjes maakt! Maar, een globale mini-invasieve benadering bij onze patiëntjes moet voortaan onze eerste zorg zijn.

Pr Henri Steyaert

[email protected]

Meer weten over mini-invasieve robotica ? Ontmoet onze aartsen tijdens de Innovatie Seminarie op 18 april (alleen voor professionelen) of kom uw skills uitproberen op een echte robot op 28 mei tijdens het Feest van het Kind.